Overslaan en naar de inhoud gaan
- Activeer je diepe rugspieren: kantel je bekken voorover en maak je rug hol zodat je rugspieren voelt aanspannen.
- Activeer je dwarse buikspieren: trek je buik in onder je navel, net boven je schaambeen.
- Activeer je bekkenbodem: trek je bekkenbodem in alsof je de plas ophoudt. Oefen de voorgaande stappen eerst apart en probeer daarna de spieren allemaal aangespannen te houden en voer stap 4 uit.
- Activeer je middenrifspier: plaats je handen op de ribben aan de zijkanten, je flanken. Probeer bij het inademen je flanken naar buiten te duwen en bij het uitademen deze weer in te trekken.
- Schouderblad plaatsing: houdt de diepe rugspieren actief doe de flankademhaling en probeer nu ook de schouderbladen bij elkaar te trekken en naar beneden te drukken richting bil
- Hoofdplaatsing: probeer nu ook je kin in te trekken en je nek lang te maken. De kruin strek je naar het plafond
- Ontspanning. Houdt het gezicht en schouders zo ontspannen mogelijk en laat de adem doorgaan tijdens alle oefeningen.